top of page

UItzicht uit m'n huisje 

"Yesterday is but today's memory,

and tomorrow is today's dream."

Week voor vertrek

Het is al laat, maar ik hoef morgen gelukkig niet vroeg op. Ik lig heerlijk te doezelen, in een staat van bewustzijn die precies tussen wakker zijn en slapen ligt. En opeens dringt het pas echt tot me door; ik ga een half jaar weg. Een half jaar zal ik verwijderd zijn van mijn familie, vrienden, school, werk, de kat en mijn huisje. En ik ga ook niet een-uurtje-rijden-met-de-auto-weg, maar acht-uur-vliegen-naar-de-andere-kant-van-de-wereld-weg. Werkelijk alles in mijn leven gaat daar anders zijn. Door de schrik ben ik klaarwakker.

 

Waar ben ik in Shiva's naam aan begonnen?

 

Ik weet niet waarom het zo lang heeft geduurd voordat ik me dit goed besefte.  Zo gauw ik wist dat ik geselecteerd was voor de stage (geselecteerd is trouwens een groot woord, er waren evenveel aanmeldingen als mogelijke stageplekken), heb ik, na de aanvankelijke euforie, alles wat ermee te maken heeft enigszins voor me uit geschoven. Ik vind het namelijk veel te leuk om er vooral heel, heel veel mee bezig te zijn en andere zaken, die eigenlijk de prioriteit hebben, te laten liggen. “Eerst de tentamens”, sprak ik met mezelf af. “Daarna mag je alle documentaires kijken die je maanden geleden al hebt gedownload en Tripadvisor afstruinen op zoek naar dingen om te zien en doen in Pune”.

 

Toen de tentamens eenmaal achter de rug waren wilde ik echter even niets. “Je hebt wel even wat rust verdiend, daarna kan je weer aan de slag”. Ja inderdaad, procrastination is my middle name. Dus ik heb even lekker niets gedaan, en van de paar stormloze zomerdagen genoten.

 

Maar opeens kwam de vertrekdatum wel heel erg dichtbij, terwijl er nog heel veel geregeld moest worden. Een onderhuurder voor m’n kamer, vaccinaties, werk, nog meer vaccinaties, visum, en kleding die zowel gepast is als het risico op smoren in m’n eigen zweet minimaliseert.

Dit alles vond ongeveer 1.5 maand geleden plaats. Nu zit ik dit te schrijven tijdens mijn laatste werkdag voor ik vertrek. Een beetje aan de vermoeide kant, moet ik toegeven. Als ik dan toch in de biechtstoel zit, komt die vermoeidheid niet door een spannende nacht stappen, maar doordat ik gisteravond pas door had dat de film Gandhi maar liefst drie uur duurt toen ik al ruim over de helft was met kijken. Daarvoor was ik tegelijkertijd ook zo druk bezig met andere dingen dat ik geeneens door had dat het verhaal na 90 minuten nog niet in de buurt was van het onvermijdelijke einde. Tsja, ik moet toch op de een of andere manier wat leren over de Indiase geschiedenis. 

 

Het besef dat ik werkelijk binnenkort ga vertrek heeft zich ook nog steeds niet helemaal in mijn hersenen geconsolideerd. “Tot volgend jaar”, zeg ik tegen collega’s wiens dienst is afgelopen, met hetzelfde gemak als ik “tot volgende week” zou zeggen.

 

Ik ben altijd goed geweest in heel enthousiast met iets beginnen, om vervolgens een beetje af te haken wanneer het einde nadert. Want als die deadline er eenmaal is dan moet alles helemaal goed zijn. En helemaal goed is eng. Over slechts zeven dagen moet ik helemaal klaar zijn met inpakken, voorbereiden en , natuurlijk, met nog even een laatste drankje met iedereen doen. De spanning (deels gezond enthousiasme, deels insomnia- en jeukende hoofdhuid inducerende stress) begint nu toch wel een beetje te stijgen. Want nee, mijn koffers zijn nog niet gepakt. Mijn leven zit nu in dozen en tassen en de inhoud daarvan is vergelijkbaar met mijn gedachtegang. Chaotisch. Maar wat heb ik er ook zin in. Zin om nieuwe plaatsen te zien, zin om nieuwe dingen te ervaren, zin om nieuwe smaken te proeven, zin om nieuwe kanten van mijzelf te ontdekken. Gelukkig hoef ik nu nog maar zeven dagen te wachten. 

© 2014 by Zena van de Poel. Proudly created with Wix.com       

bottom of page