
Karnataka en Goa
week 16
Mysore
Woensdag 24 december
Wat kunnen we zowel zijn, als op hetzelfde moment observeren? Het antwoord: aapjes in de dierentuin. In dit geval zijn het de chimpansees die voor ons languit in hun verblijf hangen, maar wijzelf nog meer. Of om specifieker te zijn: Gijs is dat. Met zijn 1.90 en zijn zeer lichte huidskleur is hij blijkbaar de droom van elke Indiase schooljongen. Wanneer één de moed heeft verzameld om voor een hand en een foto te vragen, is het hek van de dam. We hoeven maar met onze ogen te knipperen of we worden omsingeld door een roedel wolfjes in schooluniformpjes. Ik probeer me meestal zo snel mogelijk uit de menigte los te worstelen, maar soms ben ik ook de pineut. Incidenteel durft een meisje om m’n naam te vragen, wat onvermijdelijk direct gevolgd wordt door verlegen gegiechel van zowel de vragenstelster als haar vriendinnen.
Als tussenstop onderweg van Cochin naar Hami brengen we twee dagen in Mysore door. De meeste bezienswaardigheden van Mysore blijken ver buiten de stad te liggen: riksja’s willen ons er geeneens naartoe brengen. Vandaar dat we een middagje in de dierentuin hebben doorgebracht, wat, op het constante gestalkt worden na, verrassend leuk was.

Hampi
Donderdag 25 december
Hoe kan dit niet één van de wereldwonderen zijn, vragen we ons af als we naar het uitzicht voor ons kijken.
Het is eerste kerstdag, en we lopen in de brandende zon eeuwenoude tempels. Het dorpje Hampi staat in het midden van de ruïnes van Vijayanagar, de hoofdstad van het Vijayanagarrijk van 1343 tot 1565. Het gebied is zo ver uitgestrekt dat we ons na een wandeling van slechts een kwartier al compleet afgezonderd van de buitenwereld voelen. En dan is het werkelijk stil: geen toeterende riksja’s, geen vuurwerk, geen schreeuwende Indiërs, enkel wat fluitende vogeltjes.
Datzelfde is niet te zeggen over het dorp zelf. Hampi lijkt soms op een filmset, of een onderdeel van een attractiepark dat speciaal is opgezet voor toeristen, als ik van het balkon van ons guest house naar beneden kijk. Een façade van felgekleurde winkels en restaurants, smalle straten vol met kraampjes met sieraden, bronzen beeldjes, geweven tassen en andere tierelantijntjes die mensen het idee moeten geven dat ze een stukje India kopen. Als je goed kijkt zie je de lokale bevolking hun normale leven leiden tussen deze poppenkast door. Let je echter even niet goed op, wordt je flesje drinken door wat brutale apen gejat en leeggedronken (zoals Gijs en ik allebei hebben ondervonden).

De meest bekende trekpleister echter, ligt gelukkig voor ons midden in de stad: het zeer extravagante, over-the-top, flamboyante Amba Villas paleis. Dit was vroeger het onderkomen van de maharadja, waar hij rondreed op een olifant in zijn olifantenonderstel versierd met 80 kg goud. Niet overdreven: 80 kilo goud. Daar is de Gouden Koets toch wat sober bij. De voormalige koninklijke familie woont nog steeds in een hoekje van het immens grote paleis. Het lijkt wel een mierennest, zoveel mensen, 99% Indiase toeristen, krioelen hier rond.
Mysore is na de hoofdstad Bangalore de grootste stad van de deelstaat Karnataka. Het staat vooral bekend om de paleizen, en wordt daarom ook weinig origineel the City of Palaces genoemd. We verblijven hier in een ‘homestay’, wat oorspronkelijk betekende dat je bij een lokale inwoner een kamertje huurt, maar voortaan eerder op een motel lijkt. We brengen hier twee rustige dagen voor, en verheugen ons op de volgende bestemming.

Wat wel jammer aan Hampi is, is het eten. Om de een of ander reden (kuch – toeristen- kuch) staat de kaart van elk restaurant hier vol met een ratjetoe aan Indiase, Tibetaanse, Italiaanse, Engelse en Italiaanse gerechten. Dat moet dan multi-cuisine heten, of zoals het restaurant naast ons guest house het noemt: “”multi-cousine”. Dat kan geen enkele chef allemaal goed maken, en dat doen ze ook niet. Helaas gaat ons kerstdiner dus niet de boeken in.
Onze beste maaltijd hebben we onverwacht bij een klein kraampje op straat op, waar drie vrouwen traditionele Indiase ontbijtgerechten maken. Ze maken er slechts vier verschillende dingen, maar dan heel goed. Mijn favoriet: masala paniyaram, een soort hartige (en pittige!) poffertjes, die met een kokoschutney en schepje aardappelcurry geserveerd worden. Klinkt een beetje vreemd maar is, heel voorspelbaar, wel lekker. Ik weet niet wie in mijn omgeving een poffertjespan heeft maar die gaat als ik terug ben geleend worden.
Dat je het alvast weet.
Nog leuker: voor twee personen hoeven we, voor een flink ontbijt inclusief heerlijke chai, slechts 65 roepies (nog geen €1) te betalen. Daar kan het Hema-ontbijtje niet tegenop. Dit is misschien toch wel iets wat ik ga missen aan India. Heel goedkoop, heel lekker buiten de deur kunnen eten.

Vrijdag 26 december
Als ik tijdens mijn verblijf in India door een verkeersongeluk om het leven ga komen, gaat het vandaag zijn. “We gaan fietsen huren in Hampi, dat is leuk!”, zouden mijn fameuze laatste woorden zijn. (In werkelijkheid zouden die laatste woorden in deze situatie van een ietwat negatievere aard zijn en enkele krachttermen bevatten, maar dat maakt geen leuk verhaal.) Waarom ik even niet aan had gedacht waren de on-Hollandse heuvels, het on-Hollandse verkeer en de on-Hollandse fiets. De fietsen die hier verhuurd worden zijn niet bepaald uit de categorie ‘vers van de pers’, eerder ‘vers uit de gracht’.
Karnataka betekent in de lokale taal Kannada ‘verheven land’, en als ongeleid projectiel dender ik dan ook met luidruchtig geratel een heuvel af, mijn mogelijke eind tegemoet. De fietsbel lijkt er enkel ter decoratie op te zitten aangezien werkelijk niemand er op reageert. Gelukkig is het het uiteindelijk allemaal wel waard, als we op deze manier wat extra afstand kunnen overbruggen en wederom prachtige uitzichten en tempels zien.
De hele dag blijven fietsen laten we toch maar achterwege. Vanaf nu houden we het bij ‘rotswandelen’, zoals we onze combinatie van lopen en klauteren hebben gedefinieerd. Als deze omgeving iets met ons doet is dat we ons weer als kinderen in de speeltuin voelen. Wandelen langs rijstvelden, klimmen over rotsblokken, genieten van het uitzicht: wat een fantastische manier om de tweede kerstdag door te brengen. Dit sluit eigenlijk wel mooi aan bij de meest voorspelbare woordspeling, die uiteraard hier op een T-shirt verkrijgbaar is: “Don’t worry, be Hampi”.

Zaterdag 27 december
Goa. What else?
De eerste vijf dagen brengen we in het zuiden door. Het is mooi, zoals ons verteld was, en rustig. Met de gemiddelde leeftijd van de bezoekers kan het volgende seizoen van Benidorm Bastards hier wel plaatsvinden.
In de bus hier naartoe spreken we een fitte Engelsman van rond de 60. En alhoewel hij dit stukje vals speelt, fiets hij momenteel heel India door. Hiervoor is hij ook al door de V.S., het Midden-Oosten (waaronder Palestina) en verschillende andere Zuid-Aziatische landen gekuierd op zijn tweewieler. Het heeft wel iets avontuurlijks en romantisch, misschien een leuke man voor m’n moeder?
Zijn verhalen inspireren momenteel mij meer dan mijn herinneringen aan alle lange ritten naar de middelbare school mij kunnen beletten: ik wil ook weer gaan fietsen! (Inderdaad, Hampi vergat ik ook even.) Dus ja hoor, Zena heeft weer een fiets gehuurd in India. Met een Google Maps-afbeelding als routebeschrijving op zak ga ik dan toch weer op pad, naar enkele tempels in de buurt van Ponda, 25 km verderop. Door de Portugese overheersing in Goa zijn in de zestiende eeuw veel hindoepriesters uitgeweken naar de bossen, en daar is waar veel tempels terug te vinden zijn.
Het verkeer blijkt hier gelukkig niet zo’n probleem, aan de linkerkant blijven rijden ook niet. Het zijn meer de mensen die moeten wennen aan het zien van een (blanke) vrouw op een fiets. “Are you ok M’am?” wordt me meerdere keren door bezorgde voorbijgangers gevraagd, ook wordt me medegedeeld dat ik, met m’n fiets nog tussen de benen, toch wel echt de bus moet nemen.
Na Hampi vind ik modernere tempels toch niet zo indrukwekkend meer, dus ik besluit na de eerste gewoon rustig naar huis te fietsen in plaats van nog meer tempels te bezoeken. (Daarnaast ben ik ook gewoon he-le-maal kapot van het op fietsen van heuvels zonder versnellingen). Dit blijkt een goed plan aangezien ik natuurlijk toch nog even verdwaal, en uiteindelijk zes uur na vertrek ’s ochtends pas weer bij ons hotel terug ben. Onder het zand, met een houten kont en spierpijn in m’n armen van het krampachtige remmen trakteer ik mezelf op een lassi.
Woensdag 31 december
Palolem beach heeft de vorm van een halve maan, waardoor je vanaf elk punt in de baai zicht hebt op de honderden mensen die hier samen het nieuwe jaar in komen luiden. Om ons heen (en ook eng dicht naast ons) wordt vuurwerk afgestoken, en tientallen geluksballonnen zweven over ons heen richting de zee. Met mijn voeten in het water bel ik om middernacht naar huis. Wie had dat ooit gedacht, dat ik op deze manier het nieuwe jaar in zou gaan.
Ik in ieder geval niet.