

week 9
Vrijdag 7 november
Jeetje wat voel ik me oud.
Ja ik weet het, waar zeur ik over. Maar ik ben de enige in de groep die de jaren ’80 heeft meegemaakt, en die gevreesde drie-nul begint toch wel eng dichtbij te komen. En ik denk, nee ik weet zeker, dat ik die naderende mijlpaal niet zo erg had gevonden als ik op een andere plek in mijn leven was geweest. Want hoewel er natuurlijk niets mis is met het studentenleven, was ik graag op weg geweest met het opbouwen van een carrière, en stiekem wil ik ook wel settelen met een cliché huisje-boompje-beestje.
Als er echter een belangrijke les is die ik het afgelopen jaar heb geleerd, dan is het wel dat je geen spijt kan blijven hebben van (verkeerde) keuzes die je in het verleden hebt gemaakt. Je kan niet veranderen wat er is gebeurd, maar wel hoe je er op terugkijkt.
Het liefst zou ik mijn vijf, of zelfs tien jaar jongere zelf bij de schouders willen pakken en flink door elkaar willen schudden. “Word eens wakker meid en zie wat je allemaal kan. Durf eens wat risico’s te nemen. Durf in jezelf te geloven. Het is eng om die stap te maken, maar het is het waard. Jij bent het waard.” Waarschijnlijk had de jongere ik gedacht dat er een ontsnapte Parnassiaklant (of Coudewaterklant, voor de Brabanders onder ons) tegen me stond te schreeuwen.
Maar wat zou er dan gebeuren? Had ik werkelijk eerder de overstap naar Voeding & Diëtetiek gemaakt en was het me net zo goed af gegaan als het nu gaat? Of was ik in een Groundhog day-situatie terechtgekomen waarin ik telkens dezelfde keuzes maak, om me keer op keer op deze leeftijd weer te beseffen dat ik het anders had willen doen?
In een ander filmscenario: zou ik, net als in the Eternal Sunshine of the Spotless Mind (één van mijn favoriete films), de negatieve herinneringen uit mijn geheugen willen wissen? De herinneringen aan slechte beslissingen, onzekerheid, verdriet en pijn permanent willen verwijderen? Zou dat er niet enkel voor zorgen dat ik nooit met deze gebeurtenissen en emoties om leer te gaan? Dat ik me nooit zal beseffen hoe goed ik het heb, omdat ik niet weet hoe het is als het slechter gaat?
Ay there's the rub.
Want Bill Murray wordt pas uit zijn marmottenhel bevrijd als hij zich beseft wat hij verkeerd doet en eindelijk van zijn fouten leert. Een verhaal heeft geen happy end zonder enkele voorafgaande tranentrekkende scenes.
Niet dat die scenes zich momenteel in mijn leven afspelen want ik heb met mijn eerste verjaardag in het buitenland meteen mijn meest uitgebreid gevierde geboortedag in zeer veel jaar meegemaakt. Het is een beetje een vreemde dag; we zijn vrij van onze stages voor onze mid-term evaluations en om in te pakken voor Goa. Vanavond vertrekken we namelijk voor een busrit van een uurtje of tien, om morgenochtend op onze bestemming aan te komen.
Iedereen hier is werkelijk te lief geweest. Er is zelfs een taart (carrot cake! My favourite!) voor me gemaakt. Als je het aan me vraagt vind ik mijn eigen verjaardag absoluut niet boeiend, en hou ik me liever bezig met het verzorgen van cadeautjes voor andermans verjaardagen. Maar stiekem, heeeel stiekem, vind ik dit toch ook wel leuk. Gewoon het feit dat mensen, die mij nog maar enkele maanden kennen, deze moeite voor me hebben genomen maakt dit toch wel een heel speciale dag.
Een zeer speciale dag die eindigt in een zeer lange busreis. We reizen in een sleeper, wat inhoudt dat in plaats van zitplekken de bus stapelbedden heeft. Het is niet de meest comfortabele manier van reizen ooit, bij elke hobbel in de weg rol ik heen en weer in bed als een balletje in een pinball machine, maar het heeft wel wat avontuurlijks.
Twee weken lang zijn we even weg uit het drukke en stoffige Pune en krijgen we de kans even goed op te laden in Goa.



Vrijdag 14 november
Hardlopen.
Hardlopen op het strand.
Op blote voeten hardlopen op het strand van Goa.
Klinkt niet verkeerd toch? (Behalve dan dat ik blaren op mijn tenen heb overgehouden van lopen op het zand.)
Eén van de voordelen van hardlopen in het buitenland is, naast het verbranden van een cocktail of twee, dat je het gebied in een heel ander daglicht te zien krijgt. Een voornamelijk toeristen-vrij daglicht. De Russen liggen hun roes nog uit te slapen als ik de deur uit ga ‘s ochtends. Eigenlijk is het al veel te warm (vroeger opstaan zit hier even niet in mijn repertoire). Toch begin ik weer aan mijn vaste route over het strand.
Het begint bij onze go-to beach shack Pedro’s, waar we ook dagelijks ontbijten en van de strandbedjes gebruik maken. Vervolgens loop ik door tot Fort Aguada mijn weg verspert. Na slechts vier kilometer in de hitte vind ik het echter geen probleem om met mijn bezwete en hijgende lijf rechtsomkeer te maken. Zelfs om deze tijd is het al redelijk druk op het strand. Er zijn oudere Engelsen die een strandwandeling maken of in hun bikini/Speedo staan te stretchen. Verliefde Indiase stelletjes op huwelijksreis die, zeer cheesy poserend in het water, foto’s van elkaar maken. De plaatselijke kudde koeien sjokt voorbij over het strand. Een dapper jong stiertje grijpt zijn kans en jat een (helaas plastic) bloem van een tafel. Hordes Indiërs die, met zwembroek of compleet aangekleed (optioneel inclusief tulband) luid juichend het water in rennen. De meeste natives lijken dol te zijn op de zee, het merendeel kan echter niet zwemmen.
Goa is trouwens de kleinste staat van India. Met een oppervlakte van 3,702 km2 is het net iets kleiner dan Nederland. Tot 1961 was het nog een provincie van Portugal, wat vooral goed terug te zien is in de architectuur. Overal zijn kerkjes, en het voelt wat meer mediterraan uit dan de rest van India. Het is overigens de rijkste staat van India: de gemiddelde Goaan verdient ongeveer 2.5 maal zoveel als de gemiddelde Indiër.
Het is dan ook een über-toeristische bestemming voor zowel Indiërs als buitenlanders. In deze staat met nog geen 1.5 miljoen inwoners komen jaarlijks zo’n 2.5 miljoen mensen van buitenaf om hier te relaxen, genieten en drinken. Waar in de meeste staten van India een flinke dosis belasting betaald moet worden over alcohol is dat in Goa niet het geval (dankjewel Portugal). Wat tot gevolg heeft dat de drank super goedkoop is (Voorbeeld: een fles donkere rum, waar je in Nederland gauw €30 voor neerlegt, kost hier nog geen €2). Misschien heeft dat ermee te maken dat wat vroeger een hippie-paradijs was kan nu beter als vodka-walhalla omschreven worden. Het wemelt hier van de Russen. Bijna elk restaurant verkondigt zijn menu in zowel het Engels als het Russisch. Met als gevolg dat wij als blanken zijnde om de haverklap voor onze verre Oosterburen worden aangezien.
Om kort te zijn: het leven hier is goed te vertoeven. Normaliter vind ik alleen de gedachte aan de hele dag op het strand liggen een verspilling van tijd. Nu moet ik toegeven dat ik er werkelijk van geniet. ’s Ochtends ontbijten aan het strand, vervolgens een boekje lezen aan het strand, even het water in aan het strand, lekker een drankje doen aan…you get the point. Ik ben mijn hele leven nog niet zo bruin geweest als nu. Soms voel ik me bijna schuldig over hoe weinig motivatie ik heb om meer van de omgeving te zien, maar dat gevoel verdwijnt snel als ik een slokje neem van m’n Black Russian (om bij het Russische thema aan te houden) terwijl de zon onder begint te gaan. Dit kan ik zo nog wel een weekje volhouden.